Opname 1351
Predikant
Ds. L.W. van der Meij
Soort
Oekraïense dienst
Locatie
Valburg
Datum en tijd
Zondag 21 april 2024
om 15:00
Lukas 24: 13-29
13 En zie, twee van hen gingen op denzelven dag naar een vlek dat zestig stadiën van Jeruzalem was, welks naam was Emmaüs;
14 En zij spraken tezamen onder elkander van al deze dingen die er gebeurd waren.
15 En het geschiedde terwijl zij samenspraken en elkander ondervraagden, dat Jezus Zelf bij hen kwam en met hen ging.
16 En hun ogen werden gehouden, dat zij Hem niet kenden.
17 En Hij zeide tot hen: Wat redenen zijn dit, die gij wandelende onder elkander verhandelt, en waarom ziet gij droevig?
18 En de een, wiens naam was Kleopas, antwoordende zeide tot Hem: Zijt Gij alleen een vreemdeling te Jeruzalem, en weet niet de dingen die deze dagen daarin geschied zijn?
19 En Hij zeide tot hen: Welke? En zij zeiden tot Hem: De dingen aangaande Jezus den Nazarener, Welke een Profeet was, krachtig in werken en woorden, voor God en al het volk;
20 En hoe onze overpriesters en oversten Denzelven overgeleverd hebben tot het oordeel des doods, en Hem gekruisigd hebben.
21 En wij hoopten dat Hij was Degene Die Israël verlossen zou. Doch ook benevens dit alles is het heden de derde dag, van dat deze dingen geschied zijn.
22 Maar ook sommige vrouwen uit ons hebben ons ontsteld, die vroeg in den morgenstond aan het graf geweest zijn;
23 En Zijn lichaam niet vindende, kwamen zij en zeiden dat zij ook een gezicht van engelen gezien hadden, die zeggen dat Hij leeft.
24 En sommigen dergenen die met ons zijn, gingen heen tot het graf, en bevonden het alzo, gelijk ook de vrouwen gezegd hadden; maar Hem zagen zij niet.
25 En Hij zeide tot hen: O onverstandigen en tragen van hart om te geloven al hetgeen dat de profeten gesproken hebben;
26 Moest de Christus niet deze dingen lijden, en alzo in Zijn heerlijkheid ingaan?
27 En begonnen hebbende van Mozes en van al de Profeten, legde Hij hun uit, in al de Schriften, hetgeen van Hem geschreven was.
28 En zij kwamen nabij het vlek waar zij naartoe gingen; en Hij hield Zich alsof Hij verder gaan zou.
29 En zij dwongen Hem, zeggende: Blijf met ons; want het is bij den avond en de dag is gedaald. En Hij ging in, om met hen te blijven.
Audio speler
Delen